vrijdag 29 januari 2010

Nood aan schone kunsten

Realiteit, schoonheid en poëzie. Ieder zijn eigen poëet, ieder denkt voor zichzelf. Schoonheid verdedigen met een taal door die te verbeteren, volgens zijn semantiek of pragmatiek, is een oneindige fout van academisten. De taal hangt vast aan zijn vorm. De natuur kent zijn eigen taal en geeft er vorm aan om te communiceren. Kan je ergens vergelijken met de toegewijde ziel van kunstenaars die vanuit een creatie een gedachte/een vrucht vormgeven die enkel dient om te worden begrepen door een paar ogen van een ander. Bij het aanschouwen van een kunstwerk ontstaat er een dialoog met het onzichtbare, het onmogelijke of het oneindige dat iets meer vertelt over het individu die waarneemt. Dat is de natuurlijke schoonheid van de kunsten, over welke vorm het ook gaat, die de mens weer met zijn natuur verbindt.
Het is gelijk een poëet die gedreven wacht op een ogenblik waarin hij de juiste woorden vindt. Zo vind ik ook hetgene wat ik wil vertellen door net in eerste instantie vorm te geven aan mijn gedachten. Door een studie van de vorm en de situatie achterhaal je waar een idee van komt, analyseer je je denkmateriaal en neem je je eigen zelf waar. Compositie van vormen, beelden, teksten, zelfs bewegende objecten, codes, media. Conceptuele kunst gaat hier het verst in waarbij de kunstenaar ideeën maakt in een bepaalde situatie en (micro en meta) omgeving die tegelijk ook de ingrediënten vormen van zijn kunstwerk. Kunst wordt hierdoor bevrijdt uit zijn traditionele bindingen en heft de scheiding tussen kunst en leven op, verenigt disciplines, innerlijke en uiterlijke werelden en dus transcendeert als artistieke creatie tot het ontwikkelen van een gevoel, een ervaring en niet zozeer meer een product of object. De energetische link tussen kunst, individu en maatschappij wordt hiermee aangeduid en stelt ook een hogere communicatievorm voorop die alle heersende media en technologie in onze samenleving overstijgt. Daarom dat ook mijn lokroep tot een kunststaat hier niet mag dienen tot economisch nut van de gemeenschap maar alleen belangrijk is voor het individu die opnieuw zijn beste krachten aan de mensheid wilt geven en hiermee een ware democratie verdedigt en ervaart. Maar een wonder staat nooit op zichzelf.